Kruiden en specerijen: wanneer gebruik je welke?
Bij het koken kunnen kruiden en specerijen het verschil uitmaken tussen een gerecht dat gewoon goed is en een dat echt gedenkwaardig is. Maar wat zijn de verschillen tussen deze twee culinaire ingrediënten? En wanneer moet je ze gebruiken in je keuken?
Kruiden zijn de bladeren van planten en worden meestal vers gebruikt. Bekende kruiden zijn basilicum, koriander, oregano en tijm. Specerijen daarentegen zijn de gedroogde zaden, wortels of schors van planten en worden meestal in poedervorm gebruikt. Gebruikelijke specerijen zijn kaneel, nootmuskaat en paprikapoeder.
Dus wanneer gebruik je kruiden en wanneer specerijen? Dat hangt echt af van het gerecht dat u maakt. Als je bijvoorbeeld een soep of stoofpot maakt, kun je misschien wat tijm of oregano toevoegen voor de smaak. Als je een dessert maakt, wil je misschien wat kaneel of nootmuskaat toevoegen. En als u een hartig gerecht maakt, kunt u wat paprikapoeder of komijn toevoegen.
In het algemeen worden kruiden het best gebruikt bij lichtere gerechten, terwijl specerijen beter geschikt zijn voor hartiger gerechten. Maar er zijn geen harde en snelle regels – het is aan u om te experimenteren en te zien wat u het lekkerst vindt. Dus ga je gang en kies eens een compleet nieuwe smaak bij het kruiden kopen – je passie voor koken zal ervan opbloeien!
Wat is een dry rub en hoe werkt het?
Een BBQ rub is een mengsel van verschillende kruiden en specerijen. Zout en suiker vormen samen een fantastische basis voor je rub. Het mengsel kan gebruikt worden om vlees, vis, gevogelte of ander voedsel op smaak te brengen. Smaak is immers heel belangrijk! Je wilt een feestje bouwen omdat je honderden smaakpapillen op je tong hebt!
Omdat ze handig en eenvoudig over het vlees te verdelen zijn, worden gedroogde kruiden gebruikt in de rub. Omdat je het eten droog marineert, worden BBQ rubs ook wel dry rubs genoemd. Wil je zelf een barbecuesaus maken? Lees dan snel verder!
Zout en suiker zijn altijd aanwezig in een dry rub. Waarom? Op de grill zorgt het zout ervoor dat het vlees vocht verliest en dat er een heerlijk krokant laagje ontstaat. De suiker zal karameliseren om de verrukkelijke, krokante laag te creëren die bekend staat als schors. Ontzettend belangrijk dat dit gebeurt! Tussen 160°C en 180°C begint de suiker te karamelliseren. De suiker zal verbranden als de temperatuur hoger is dan 180°C. U wilt een verbrande smaak vermijden, want dat is niet erg smakelijk. Nadat je het gerecht met de BBQ rub hebt bestrooid, laat je het één tot vierentwintig uur rusten voordat je de grill aansteekt. De grootte van uw stuk vlees is hier uiteraard leidend.